Printversie

FVIB wil snelle omzetting wet Handelspraktijken naar Belgische wet op vrije beroepen

Volgens een uitspraak van het Grondwettelijk Hof, gisteren, zou een aantal artikelen uit de wet over de marktpraktijken en de consumentenbescherming de Grondwet schenden omdat ze de beoefenaars van vrije beroepen, evenals tandartsen en kinesisten, feitelijk uitsluiten van het toepassingsgebied van die wet. Beoefenaars van vrije beroepen vallen niet onder die wet marktpraktijken van 2010 wel onder een specifieke wet voor vrije beroepen uit 2002. De bewuste wet van 2010 wijzigde de regels over de sperperiode voor de solden, schrapte het verbod op koppelverkoop en vereenvoudigde de regels voor prijsaffichage tijdens promoties, koopjes en braderijen als gevolg van een Europese richtlijn. De omzetting van de Europese richtlijn is evenwel nog niet gebeurd in de wet voor vrije beroepen uit 2002.

Naar aanleiding van de uitspraak gisteren bepleit FVIB, de Federatie van Vrije en Intellectuele Beroepen aangesloten bij UNIZO, een snelle omzetting van de Europese richtlijn naar de Belgische wet op de vrije beroepen. Volgens FVIB  is het arrest van het Grondwettelijk Hof  enkel en alleen te wijten aan de niet omzetting van die richtlijn. “Snelle omzetting, met daarin oog voor de specifieke manier van zaken doen van de vrije beroeper, is nu cruciaal,”  reageert  FVIB-secretaris-generaal Jan Sap. De Federatie legt de nadruk op de specificiteit van de vrije beroepen waardoor een specifieke wetgeving noodzakelijk is. Vrije beroepers onderscheiden zich door hun onafhankelijkheid, maatschappelijke verantwoordelijkheid, deontologie, permanente vorming en de vertrouwensrelatie met de cliënt, reageert de Federatie.  “Een aparte wetgeving voor vrije beroepers moet leiden tot nog meer   transparantie voor zowel de consument van de zakelijke dienstverlening als voor de beroepsbeoefenaar zelf,” besluit FVIB.

Meer info: Sanderijn Vanleenhove, woordvoerder, 0479 44 50 78