Printversie

Zelfstandige zorgverstrekkers mogen No Fault-wet niet voelen in hun verzekeringspremies

“Een stijging van de verzekeringspremies voor zelfstandige zorgverstrekkers na de invoer van de no fault-wet is onaanvaardbaar. Wij pleiten voor een indexsysteem waaraan de premies gekoppeld worden.” FVIB, de bij UNIZO aangesloten Federatie van Vrije en Intellectuele Beroepen, en de bij haar aangesloten beroepsorganisaties uit de medische sector reageren hiermee op het wetsontwerp betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg (de zgn no fault-wet). Dit wetsontwerp ligt vandaag ter evocatie voor in de Senaat. De organisaties vragen dringend meer duidelijkheid over de werkingskost van het Fonds en de gevolgen voor de verzekeringspremies.

De no fault-wet voorziet in de oprichting van een fonds dat slachtoffers van medische fouten zou vergoeden. Volgens het huidige wetsontwerp moeten de verzekeraars niet bijdragen in de financiering van dat fonds. Wel kunnen zij op gelijk welk moment de verzekeringspremies voor hun aangesloten zorgverstrekkers aanpassen. Het is niet ondenkbaar dat vele zelfstandige zorgverstrekkers zich omwille van steeds hogere premies niet meer zullen kunnen verzekeren. Om dat te vermijden, vraagt FVIB een indexsysteem waaraan de premies gekoppeld worden.

De organisaties dringen daarnaast aan op meer duidelijkheid over de werkingskost van het fonds. Vandaag circuleren verschillende ramingen. FVIB vreest dat het eigenlijke bedrag onderschat wordt. Bovendien garandeert een jaarlijkse bijdrage vanuit het RIZIV een groot deel van de financiering van het fonds. Dit mag echter geen implicaties hebben op de budgetten voor de gezondheidszorgverstrekkingen, waarschuwt FVIB.

FVIB benadrukt niet tegen het principe van een schadevergoedingssysteem te zijn. Patiënten moeten op een patiëntvriendelijke wijze vergoed kunnen worden. Wel mogen de wetgevers de belangen van de zelfstandige zorgverstrekkers niet uit het oog verliezen. Het moet voor hen financieel haalbaar blijven.