Ben jij als vrije beroeper al klaar voor de nieuwe aansprakelijkheidsregels?

Indien dat niet zo is: geen tijd meer te verliezen, want op 1 januari 2025 treedt een ingrijpende hervorming van het Belgische aansprakelijkheidsrecht in werking. Deze veranderingen, onderdeel van het vernieuwde Burgerlijk Wetboek, heeft belangrijke gevolgen voor de manier waarop bestuurders binnen vennootschappen, ook die waarbinnen jij jouw vrij beroep uitoefent, aansprakelijk kunnen worden gesteld.  

We leggen ons oor te luister bij Geoffrey Vanden Bossche, jurist bij de Federatie Vrije Beroepen: “Waar bestuurders vroeger een bepaalde mate van bescherming van hun persoonlijke aansprakelijkheid genoten, brengen de nieuwe regels toch wel stevige veranderingen in de verantwoordelijkheden en risico’s die zij dragen. Dit maakt het voor bestuurders cruciaal om de nieuwe spelregels goed te begrijpen en, waar nodig, ook bijkomende bescherming in te bouwen.” 

Beschermd als bestuurder 

Wanneer vennootschappen beslissingen nemen of overeenkomsten aangaan, worden deze handelingen toegerekend aan de vennootschap zelf, en niet aan de individuele bestuurders. Bestuurders kunnen in principe dus ook niet persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor de verbintenissen die de vennootschap aangaat, en de fouten die daarbij zouden worden gemaakt. Deze bescherming biedt bestuurders dus een zekere mate van onschendbaarheid in het kader van de uitoefening van hun bestuursfunctie. 

“Deze bescherming wordt aangeduid als de quasi-immuniteit van bestuurders. Dit houdt concreet in dat derden die schade lijden door een contractuele fout van de vennootschap, enkel de vennootschap kunnen aanspreken op contractuele basis, en niet de individuele bestuurders. Zelfs als een bestuurder persoonlijk een fout maakt bij de uitvoering van een contract, kan de benadeelde partij enkel de vennootschap aansprakelijk stellen. De bestuurder bleef dus in de meeste gevallen buiten schot.”, zo bevestigt Geoffrey. “Maar, let op, deze bescherming was ook niet absoluut”. 

Het is voor bestuurders van vennootschappen cruciaal om de nieuwe spelregels goed te begrijpen en, waar nodig, ook bijkomende bescherming in te bouwen.

Geoffrey Vandenbossche

Valt die bescherming dan weg vanaf 1 januari?   

“Met de komst van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek verdwijnt die zogenaamde quasi-immuniteit. Met de nieuwe regels zal iemand die schade lijdt door een contractuele fout van de vennootschap, de keuze hebben: ofwel verhaalt die de schade op de vennootschap (waarmee het contract werd gesloten), ofwel op de personen die de vennootschap heeft ingezet om dat contract uit te voeren. Meer persoonlijke aansprakelijkheid loert dus om de hoek.” 

Velen zullen zich uiteraard afvragen hoe dit kan vermeden worden, en niet onterecht natuurlijk. Om deze verhoogde aansprakelijkheidsrisico’s te beperken, is het ook voor vrije beroepers aan te raden om in hun overeenkomsten duidelijke clausules op te nemen die de aansprakelijkheid van hun bestuurders in dergelijke situaties uitsluiten. “Ook de andere contractuele bedingen uit de overeenkomsten worden best even onder de loep genomen, want ook die zal een bestuurder kunnen inroepen als hij persoonlijk aangesproken wordt”, vult Geoffrey aan. “En trouwens, de nieuwe regels gaan ook van toepassing zijn op bestaande (en lopende) contracten.” 

Tot slot wijst Geoffrey op het belang om een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Vrije beroepers die al beschikken over een lopende verzekering zorgen er best voor dat hun polissen rekening houden met de nieuwe regels. “Mogelijk kan dit wel tot hogere premieprijzen leiden. Maar vooral raad ik vrije beroepers aan om nu snel alle wijzigingen door te voeren zodat bestuurders adequaat beschermd zijn.”   

Meer informatie?  

Wil je na dit artikel nog meer weten over deze gewijzigde regels rond bestuurdersaansprakelijkheid? Dat kan want, FVB organiseert in samenwerking met UNIZO hierover op 10 december (12u15 – 13u15) een gratis webinar. Tijdens deze online sessie zal Lieven Cloots, bedrijfsjurist bij UNIZO en coördinator van de Ondernemerslijn, ingaan op de gevolgen van deze veranderingen.