Printversie

FVIB en UNIZO waarschuwen voor jacht op vennootschappen

  • stop criminaliseren van vennootschappen

“Bedrijfsleiders  en vrije beroepen richten  in ons land 25.000 tot zelfs ruim 45.000  vennootschappen op om hun vergoeding op  fiscaal en sociaal  gunstige manier te incasseren”. Dat bericht in de media noemen UNIZO en de bij haar aangesloten Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen (FVIB) “ illustratief voor de negatieve sfeer waarin vennootschappen ook in de politieke wereld vaak worden afgeschilderd". Frauduleuze managementvennootschappen moeten eruit, reageren UNIZO en  FVIB . De organisaties betwisten evenwel de opvatting als zouden vennootschappen enkel worden opgericht om fiscale redenen. Volgens UNIZO en FVIB  heeft de groei van het aantal vennootschappen meer te maken met goed bedrijfsbeheer, met het beperken van de aansprakelijkheid en het enigszins scheiden van persoonlijk, familiaal en bedrijfsrisico’s, het aantrekken van personeel en onder meer  voor vrije beroepen het  samenwerken met collega’s. Bovendien zijn vennootschappen én managementvennootschappen gebonden aan wettelijke voorwaarden. Zo moet onder meer een substantieel bedrag worden uitgekeerd als gewoon loon belast volgens de regels van de personenbelasting. Daarop moet onder meer roerende voorheffing worden betaald.

Een bedrijfsvriendelijke fiscaliteit speelt mee in de keuze tot het oprichten van een vennootschap, bevestigen de organisaties. Maar er zijn volgens UNIZO en  FVIB  belangrijkere redenen waarom bedrijfsleiders en  vrije beroepen steeds vaker  kiezen voor een vennootschap. Een eerste is de verdere  professionalisering  en beter bedrijfsbeheer zowel bij KMO’s als in de sector van de vrije beroepen. KMO’s en  vrije beroepen zijn steeds grotere werkgevers.  Bovendien vraagt  een KMO en een (groeps)praktijk van vrije beroepen alsmaar  meer management, investeringen en bescherming van de werknemers en (zelfstandige) medewerkers. Het oprichten van een vennootschap is hiervoor bedrijfseconomische de aangewezen formule. Onder meer voor vrije beroepen is  de groei van samenwerken in associatie in volle evolutie.  Tegenwoordig  werken steeds meer  vrije beroepen professioneel samen en zoeken daartoe naar een sluitende juridische structuur waarbij alle partijen beschermd zijn.  Bovendien richten KMO’s en  vooral economische vrije beroepen en architecten een vennootschap op als enige manier om hun beroepsaansprakelijkheid te beperken. De vorm van de vennootschap is overigens  bij wet geregeld.

De vennootschappen in het algemeen en de managementvennootschappen in het bijzonder  voortdurend koppelen aan misbruiken, noemen UNIZO en FVIB “onaanvaardbare stemmingsmakerij”. Dat is ook het geval als naar aanleiding van de  aangekondigde toename van de  fiscale controles als vanzelfsprekend wordt gewezen richting zelfstandigen, KMO’s en vrije beroepen. Veel meer dan andere bevolkingsgroepen worden ondernemers en vrije beroepen nu  al geconfronteerd met allerlei controles van alle mogelijke diensten zowel federaal, regionaal als lokaal. UNIZO en FVIB benadrukken geen probleem te hebben met correcte controles  voor zover de betrokken bedrijven niet bij voorbaat als “ verdachten” worden behandeld en voor zover plichten én rechten wederzijds worden gerespecteerd.