Printversie

Federatie Vrije Beroepen: 20 procent meer vrije beroepen dan 5 jaar terug

Stijging niet in alle sectoren even sterk  

 

In 2013 telde ons land 274.420 vrije beroepers. Dat zijn er 4 procent meer dan in 2012 en maar liefst 20 procent meer dan in 2009. Dat blijkt uit de eerste cijfers van het RSVZ die de Federatie kon inkijken. Ze zal die later deze zomer, samen met de meer gedetailleerde cijfers die nog volgen, bundelen in haar jaarlijkse cijfernaslagwerk “Polsslag van het Vrije Beroep”. “Jaar na jaar neemt het aantal vrije beroepen toe. Hun opmars lijkt niet te stuiten”, zegt Jan Sap, secretaris-generaal van de Federatie Vrije Beroepen. De sector van het vrije beroep blijft de tweede grootste sector binnen het zelfstandigenlandschap, na de handel. “Meer nog, ruim 1 op 4 zelfstandigen in ons land is een beoefenaar van een vrij beroep”, aldus de Federatie. De lage conjunctuurgevoeligheid en maatschappelijke relevantie, de toegankelijkheid van het onderwijs en de gewijzigde praktijkvorm zijn volgens de Federatie Vrije Beroepen de belangrijkste redenen voor de stijging. De Federatie plaats toch een kanttekening bij de sterke stijging. “We moeten vermijden dat bepaalde beroepen niet te veel onder druk komen door de sterke toename. Bovendien is de stijging lang niet in alle sectoren van het vrije beroep voelbaar”.  

België telde in 2013, de meest recente cijfers, 274.420 vrije beroepen, ofwel 4 procent meer dan het jaar voordien en 20 procent meer dan in 2009. Maar de stijging is lang niet in elke sector van het vrije beroep merkbaar. De grootste stijger binnen de klassieke vrije beroepen in vergelijking met 2012 is de paramedische sector (+5,2%). De advocatuur steeg met 2,8 procent, de gerechtsdeurwaarders met 2,5 procent, de architectuur met 1,6 procent. De andere sectoren kenden een status quo of zelfs een daling in vergelijking met vorig jaar, met als uitschieter de apothekers (-2,8%). De grootste stijging noteren we bij de niet-klassieke vrije beroepen, met name de intellectuele diensten.  

Conjunctuurongevoelig – toegankelijkheid onderwijs

Vrije beroepen zijn conjunctuurongevoelig. Ook in crisistijden blijven mensen boekhouders, advocaten of dokters nodig hebben. De Federatie merkt ook een stijgende populariteit bij jongeren voor vrije beroepen. Ze verwijst naar het aantal deelnemers bij toelatingsproeven voor bijvoorbeeld arts of tandarts. De democratisering van het onderwijs is overigens volgens de Federatie nog een belangrijke reden voor het feit dat het vrije beroep in de lift zit. “Was hoger onderwijs vroeger iets voor de happy few, dan kan vandaag praktisch iedereen er terecht”, aldus de Federatie.  

Associatievorming

Vandaag werken heel wat vrije beroepen in een samenwerkingsverband (groepspraktijk of associatie) in plaats van een solopraktijk. Dat geeft vrije beroepen de mogelijkheid om het werk en het privéleven wat beter te combineren, maar ook om te specialiseren of andere activiteiten erbij te nemen. Dat maakt het beroep aantrekkelijker voor jonge beroepsbeoefenaars. Daarenboven geraken jonge afgestudeerden op die manier “gestart”. “Een eigen praktijk opstarten vraagt heel wat geldelijke middelen. Iets wat jonge mensen nu vaak niet hebben. Een groepspraktijk geeft hen de mogelijkheid om in een bestaande praktijk in te treden of er ervaring op te doen”.   Polsslag voor het Vrije Beroep Sinds 1993 herwerkt de Federatie Vrije Beroepen in haar Polsslag van het vrije beroep het beschikbare statistische materiaal over vrije en intellectuele beroepen, namelijk het aantal vrije beroepen, het aantal starters, de tewerkstelling in het vrije beroep en het gemiddelde inkomen. De doelstelling van de Federatie is te wijzen op het socio-economische belang van de vrije beroepen. Het is hét verzamelwerk voor wie alles over vrije beroepen wil weten.