Printversie

FVIB vraagt overleg over omzetting wet Marktpraktijken na tweede arrest Grondwettelijk Hof

Volgens een uitspraak van het Grondwettelijk Hof gisteren zouden een aantal artikelen uit de wet Marktpraktijken en Consumentenbescherming de grondwet schenden. Dit omdat ze vrije beroepen feitelijk uitsluiten van het toepassingsgebied. Beoefenaars van vrije beroepen vallen niet onder die wet marktpraktijken van 2010. Wel onder een specifieke wet voor vrije beroepen uit 2002. De bewuste wet van 2010 wijzigde de regels over de sperperiode voor de solden, schrapte het verbod op koppelverkoop en vereenvoudigde de regels voor prijsaffichage tijdens promoties, koopjes en braderijen als gevolg van een Europese richtlijn. Maar die richtlijn is nog steeds niet omgezet in de wet voor vrije beroepen uit 2002. De omzetting dringt zich nu echt op. FVIB, de Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen, vraagt overleg met de kersvers ministers Turtelboom, Vande Lanotte en Laruelle.

Naar aanleiding van de uitspraak gisteren en een gelijkaardig arrest in april 2011 bepleit FVIB opnieuw een snelle omzetting van de Europese richtlijn naar de Belgische wet op de vrije beroepen. Een eerste oorzaak voor de arresten van het Grondwettelijk Hof is volgens FVIB het niet omzetten van de Europese richtlijn. Een tweede dat de wet voor vrije beroepen uit 2002 niet gemoderniseerd werd op basis van de wet Marktpraktijken.  FVIB vraagt nu ook de nieuwe regeringsploeg hiervan werk te maken en de Federatie in het proces te betrekken. Een omzetting naar een eigen wetgeving voor vrije beroepen komt de transparantie voor zowel de consument van de zakelijke dienstverlening als voor de beroepsbeoefenaar zelf ten goede. De Federatie schreef hierover al eerder een brief naar de Commissie voor het Bedrijfsleven, samen met zusterorganisatie UNPLIB.