Printversie

Overleg zelfstandige zorgverstrekkers schrijft brief naar minister Vandeurzen

Meneer de minister,

Na de snelle start van de Vlaamse regering in 2009 zagen we binnen het overleg van de zelfstandige zorgverleners van onze Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen, FVIB, dat u grootse plannen had inzake de Vlaamse volksgezondheid. En dat we mochten meespelen. Dat vertaalde zich in geregeld overleg met uzelf als minister van Volksgezondheid over uw beleidsplannen, de rol daarin van de zelfstandige zorgverleners alsook – het moet gezegd – in enkele mandaten in adviesraden of overlegorganen in Vlaanderen. De voorbije maand oktober  formuleerde u een aantal nieuwe beleidsprioriteiten voor 2010 en 2011. Een mooi moment om een tussenstand op te maken, ons dunkt, maar we zijn ontgoocheld. Het lijkt alsof de zelfstandige zorgverleners vergeten worden in Vlaanderen, of toch velen van hen. We verklaren ons nader.

Vooreerst stelt uw beleidsbrief dat het imago van tal van beroepsgroepen zoals verpleegkundigen, zorgkundigen en verzorgenden aan een opknapbeurt toe is. Terecht. Maar u vergeet de huisartsen en tandartsen, een niet te verwaarlozen groep. Ook deze beroepen vinden jongeren vandaag minder aantrekkelijk. Of ze starten, maar stromen na enkele jaren weer uit. Gegarandeerd vallen zij in de toekomst onder de noemer ‘knelpuntberoep’.

Maar onze leden begrijpen vooral niet waarom u in 2011 de rol van de wijkgezondheidscentra wil uitbreiden, hun rol versterken en erkennen als het samenwerkingsverband op het niveau van de praktijkvoering. Iedereen is op een dag patiënt, laat ons dat niet vergeten. En als het dan zover komt dan kiest de patiënt toch liefst zelf zijn of haar arts, tandarts of kinesitherapeut. Wat rest dan nog van de keuzevrijheid voor de patiënt? Of van zijn individuele begeleiding als in een dergelijk centrum telkens een andere arts of kinesitherapeut de patiënt behandelt?

Wijkgezondheidscentra hebben ongetwijfeld hun plaats en opdracht in welbepaalde kansarme buurten waarvoor ze uiteindelijk zijn opgericht. Mensen krijgen er alle nodige medische zorgen. Gratis, zonder remgeld. Maar wat zien we ? Ook niet-kansarmen komen er over de vloer, zonder remgeld. Ze pikken er de plaats in van wie het echt nodig heeft met zelfs wachtlijsten als gevolg. Dat kan toch de bedoeling  niet zijn ?

Dergelijke evolutie staat haaks op de noodzakelijke  responsabilisering van de kosten van gezondheidszorg. Elke dienstverlening kost geld, ook de medische. Onnodige behandelingen en kosten moeten we blijven vermijden. There’s nothing like a free lunch.

De 46.532 zelfstandige zorgverleners spelen een centrale rol in de betrokken sectoren. Samen stellen ze ook nog eens 30.000 mensen te werk. Eigenlijk best sterk. Het is niet iedereen gegeven om er 46.532 te missen. De patiënten erkennen de zelfstandige zorgverleners wel. Meer nog, voor zorgbehoevenden zijn ze hun eerste aanspreekpunt, hun unieke vertrouwenspersoon.  Artsen, verpleegkundigen, tandartsen, apothekers en kinesitherapeuten krijgen een sleutelrol als het over hun gezondheid gaat. Curatief én preventief. Zij willen nog aan huis komen en kennen de thuissituatie.

Meneer de minister,

Soms lijkt het ons teveel een spelletje Monopoly, waarbij investeren in structuren en gebouwen vooropstaat. En waar de zelfstandige zorgverleners duidelijk niet aan zet zijn. Zonder de actieve betrokkenheid en de centrale rol van de zelfstandige zorgverleners kunnen we nooit  een doeltreffend gezondheids –en welzijnsbeleid realiseren. Daarvan willen we u overtuigen. Beter dan in te zetten op gunstige dobbelstenen nemen we zelf onze beurt. Daartoe formuleerden de leden van het FVIB-overleg zelfstandige zorgverleners acht essentiële prioriteiten voor de toekomst en voor onze rol daarin. Op die basis hiervan hopen we met u duidelijke spelregels af te spreken.

  1. De zelfstandige zorgverleners dragen verantwoordelijkheid en dienen het algemeen belang van de volksgezondheid. Als beoefenaars van een vrij beroep stellen zij de gezondheid van de patiënt als uitgangspunt en dragen op die manier bij tot een betere gezondheidszorg. Zij hanteren medische waarden die voor patiënten de beste garantie op een optimale gezondheidszorg leveren. Als zelfstandige beroeps-beoefenaar hebben zij een unieke relatie met hun patiënt en vormen tevens de brug tussen overheid, instellingen en patiënt.
  2. De zelfstandige zorgverleners staan garant voor vertrouwen. De zelfstandige zorgverleners beschouwen de vertrouwensrelatie met hun patiënten als hun hoogste prioriteit. Zij garanderen deze relatie door een absolute geheimhouding, het handelen in het belang van de patiënt en het vermijden van elk mogelijk belangenconflict. De zelfstandige zorgverleners stellen vast dat er een groot vertrouwen en tevredenheid is van de patiënten.
  3. De zelfstandige zorgverleners bieden een kwaliteitsvolle dienstverlening. De zelfstandige zorgverleners leveren kwaliteitsvolle zorg waarbij de tevredenheid van de patiënt een aspect is. Een gedegen opleiding en permanente vorming dragen hiertoe bij. Zij investeren in innovatieve materialen en recente technieken, rekening houdend met de zorgnoden. Zij waken over de continuïteit van de zorgverlening. Beschikbaarheid, bereikbaarheid en verantwoordelijkheid zijn specifieke eigenschappen van het vrij beroep. 
  4. De zelfstandige zorgverleners zijn onafhankelijk in hun vakgebied. Zelfstandige zorgverleners beoefenen hun beroep op onafhankelijke wijze. Zij beslissen autonoom, in overleg met de patiënt, en leveren goede zorg zonder beïnvloeding. 
  5. De zelfstandige zorgverleners stellen de vrije keuze van de patiënt voorop. De zelfstandige zorgverleners kiezen voor een open zorgmodel en engageren zich tot samenwerking met andere zorgverleners in de eerste en tweede lijn die door de patiënt vrij gekozen wordt. De vrije keuze voor zowel de zorgvrager als de zorgverlener verzekert een optimaal streven naar de beste verhouding tussen kwaliteit, toegankelijkheid en prijs.
  6. De zelfstandige zorgverleners zijn onderworpen aan een medische deontologie. Zelfstandige zorgverleners als beoefenaars van een vrije beroep leven een strikt medische deontologie na waarbij de zorg van de patiënt, en niet de winstdoeleinden centraal, staat.  Deze medische deontologische code moet efficiënt en transparant zijn en moet beschermd worden in het belang van de patiënt en het algemeen belang.
  7. Zelfstandige zorgverleners maken deel uit van een maatschappij in evolutie. Zelfstandige zorgverleners beoefenen hun beroep op onafhankelijke wijze met aandacht voor hun ethische en maatschappelijke verantwoordelijkheden. De zoektocht naar een optimale inzet van mensen en besteding van middelen kan leiden tot noodzakelijke aanpassingen. Zelfstandige zorgverleners willen deelnemen aan structurele veranderingen die rekening houden met de essentie van het vrije beroep. De mooiste structuren werken niet zonder gemotiveerde mensen.
  8. Zorgverlening is niet gratis. Zelfstandige zorgverleners willen een correct onderbouwde financieringsbasis. Aan iedere dienstverlening is een waarde verbonden, ook aan medische dienstverlening. De zelfstandige zorgverleners wensen geen pro capita financiering.

We zien graag uit naar uw reactie!

Met oprechte groeten.

Namens
Jan Sap, Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen (FVIB)
Hilde Deneyer, Algemeen Pharmaceutische Bond (APB)
Jean-Paul Michiels, Verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT)
Hilde Roels, Vlaams Artsensyndicaat (VAS)
Marc Glorieux, Nationaal Verbond der Katholieke Vroedvrouwen en Verpleegkundigen (NVKVV)
Stefaan Peeters en Michel Schotte, AXXON, Kwaliteit in Kinesitherapie.