Printversie

Eén vijfde zelfstandigen met vreemde nationaliteit is vrij beroeper

  • Groei vrije beroepen met vreemde nationaliteit enorm groot
  • Federatie Vrije Beroepen ziet ook nieuwe kansen door toenemende internationalisering.


België telt 84.020 zelfstandigen met een vreemde nationaliteit. Bijna één vijfde (17% of 14.292 personen) is beoefenaar van een vrij beroep. Dat zijn er bijna de helft zoveel als in 2005 (+48,5%). Ter vergelijking, het totale aantal zelfstandigen met een vreemde nationaliteit nam in dezelfde periode toe met 32,3%. Opvallend is het aandeel vrije beroepen met vreemde nationaliteit bij de paramedische beroepen (9,9%) en artsen (8%). De meeste vreemde vrije beroepen hebben de Franse (22%) of Nederlandse (21,8%) nationaliteit. Dat blijkt uit een analyse van de Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen (FVIB) op basis van RSVZ - cijfers. De Federatie ziet in deze evolutie nieuwe kansen voor alle vrije beroepen om sterker en met meer kennis van zaken in te spelen op de internationalisering van cliënten en bedrijven.

In ons land zijn er 14.292 beoefenaars van een vrij beroep met een vreemde nationaliteit. Dat is 17% van het totale aantal vreemde zelfstandigen Enkel de sectoren handel en nijverheid tellen meer niet-Belgen (resp. 43,1% en 28,8%). In het totaal zijn er in België 228.142 vrije beroepsbeoefenaars (24,4% van het totaal aantal zelfstandigen). 6,3% van hen heeft dus een vreemde nationaliteit (tegenover 9% bij het totaal aantal zelfstandigen) .

De stijging van het aantal vrije beroepen met een vreemde nationaliteit is enorm. België telt 48,5% meer vrije beroepen van buitenlandse origine dan in 2005 (14.292 tegenover 9.644). De stijging is minder sterk bij het totaal aantal zelfstandigen met vreemde nationaliteit (+32,3%).

Detailfoto
De intellectuele diensten hebben het grootste aandeel (41,5%). Hier gaat het vooral over mensen die in de IT-sector actief zijn, alsook professoren en journalisten. Bij de klassieke vrije beroepen vinden we de meeste beoefenaars met vreemde nationaliteit terug in bij de paramedische beroepen (9,9%) en artsen (8%). Maar ook de advocatuur (5,7%) en architectuur (4,5%) telt heel wat niet-Belgen. De sector van fiscaal- vastgoed waaronder de economische beroepen zoals accountants is goed voor 3,8%.

De meerderheid van de vreemde vrije beroepen zijn mannen (61,1% tegenover 39,9%). De stijging van het aantal mannen en vrouwen sinds 2005 verloopt lineair (+49,1% mannen en +46,8% vrouwen).

Het overgrote merendeel van de vreemde vrije beroepen komt uit de Europese Unie. Frankrijk spant de kroon met een aandeel van 22%. Nederland is goed voor 21,8%, Italië voor 10,14%, het Verenigd Koninkrijk voor 8,4% en Duitsland voor 6,7%. 14,9% komt uit een niet-Europese landen en dan voornamelijk uit Marokko, Turkije en China.

Oorzaken
FVIB ziet verschillende mogelijke verklaringen voor het stijgend aantal vrije beroepers met vreemde nationaliteit.

In de eerste plaats gaat het vooral over vrije beroepers uit buurlanden Nederland en Frankrijk. Het Belgische onderwijs en dat van de betrokken omringende landen spelen hierin een belangrijke rol. Buitenlandse studenten komen hier studeren om de numerus clausus of loting in eigen land te omzeilen of omwille van de kwaliteitsvolle en gespecialiseerde opleidingen hier. Vaak blijven deze studenten na hun studies ‘plakken’. Vooral in de kinesitherapie en bij artsen is dit een veelvoorkomend fenomeen.

Als tweede mogelijke factor verwijst FVIB naar de internationalisering. Traditioneel zijn vrije beroepen raadgevers van KMO’s. Wanneer deze zich op de internationale markt begeven, hebben zij nood aan grensoverschrijdende expertise en bijstand. Anderzijds is er de internationalisering van het vrije beroep zelf. Steeds meer vestigen grote internationale kantoren zich hier in België, bijvoorbeeld advocatenkantoren of praktijken van economische beroepen. Daarnaast voegen praktijken buitenlandse vrije beroepen toe om internationaal competitief te kunnen zijn. Denk maar aan architectenbureaus met buitenlandse architecten als troef om internationale projecten binnen te halen. Sowieso is de architectuur een creatief beroep, wat veelal synoniem staat voor een grotere mobiliteit.

Instroom, maar ook uitstroom
Hoewel ons land bijna 15.000 vrije beroepen met vreemde nationaliteit telt, wijst FVIB ook op de grote uitstroom van eigen vrije beroepen naar het buitenland. In sommige sectoren is de balans zelfs negatief. Zo vertrekken meer artsen naar Frankrijk dan er Franse collega’s naar België komen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn een betere financiële regeling en aantrekkelijkere sociale randvoorwaarden (zoals pensioen en betere uren).

FVIB verwacht voor sommige sectoren in ons land een verdere toename van het aantal vrije beroepen met een vreemde nationaliteit. De huidige Europeanisering door de vrijmaking van de Europese markt is hier zeker van belang. FVIB ziet ook voordelen in deze evolutie. Eén daarvan is de kans voor vrije beroepen om op internationaal niveau vlotter kennis en ervaringen op te doen en in te spelen op de internationalisering van bedrijven en cliënten en de alsmaar groter impact van de Europese Unie.

Meer info: Sanderijn Vanleenhove, woordvoerder, 0479 44 50 78, sanderijn.vanleenhove@unizo.be

FVIB baseerde zich voor deze analyse op de cijfers van RSVZ 2009.