Printversie

6.668 extra arbeidsplaatsen in vrij beroep ondanks crisis

Ondanks de financieel-economische crisis stijgt de tewerkstelling bij de vrije en intellectuele beroepen. Terwijl de dramatische werkloosheidscijfers ons om de oren slaan, zorgde het vrije beroep sinds het najaar van 2008 daarentegen voor 6.668 extra arbeidsplaatsen. Dat is een stijging met 2,8%. Dit blijkt uit cijfers van de bij UNIZO aangesloten Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen (FVIB). Meer nog, in vergelijking met 2006 stelt de sector maar liefst 35.675 meer mensen tewerk (+ 16,8%). In 2009 hadden alle vrije en intellectuele beroepen samen 247.769 personen in dienst. Gemiddeld is dat 6 werknemers per werkgever. FVIB beklemtoont het belang van de vrije beroepen als werkgever. De Federatie vraagt meer aandacht voor personeelsbeleid in de basisopleiding van vrije beroepen en de instroom van gekwalificeerd personeel. FVIB roept ten slotte werknemers van vrije beroepen op tot meer flexibiliteit. 

Het zijn vooral de Vlaamse vrije beroepen die het meest werknemers tewerk stellen: 132.174 ofwel 53,3% van alle arbeidsplaatsen. Brussel is goed voor 26%, Wallonië 20,7%. Binnen de zogenaamde ‘klassieke’ vrije beroepen is de medische sector – met o.a. artsen, apothekers –  de grootste werkgever (48.596 werknemers). De bouwkundige sector – architecten e.a. – volgt op een tweede plaats (37.311). Werknemers van vrije beroepen leveren voornamelijk  vakinhoudelijke of beroepstechnische ondersteuning (bv. tandartsassistent, boekhouders in loondienst). Daarnaast zijn ook secretariaatsmedewerkers en ondersteunend personeel (bv. poetsvrouw) bij vrije beroepen tewerkgesteld.

Lagere conjuctuurgevoeligheid en associatievorming mogelijke oorzaken
Doorheen de jaren en zelfs tijdens de financieel-economische crisis blijft het vrije beroep een stabiele en zelfs groeiende werkgever. FVIB ziet hiervoor verschillende verklaringen. Vrije beroepen zijn in de eerste plaats minder conjunctuurgevoelig. Ook gaan steeds meer (solo)beroepsbeoefenaars samenwerken. In dergelijke grotere groepspraktijken kan het dan noodzakelijk zijn om secretariaatsmedewerkers (receptie, regelen afspraken) of andere ondersteunende werknemers (tandartsassistent) in dienst te nemen. Daarnaast speelt een menselijke factor een rol. De sector is een aantrekkelijke werkgever. Een vrij beroeper trekt zijn unieke vertrouwensrelatie met zijn patiënt/cliënt graag door naar zijn werknemers.

Aandacht voor personeelsbeleid, instroom gekwalificeerd personeel en flexibele werknemers
Hoewel steeds meer vrije beroepers werknemers tewerk stellen, is in hun basisopleiding nauwelijks aandacht voor personeelsbeleid. FVIB vraagt overleg tussen de onderwijs- en beroepswereld om hieraan tegemoet te komen.  

FVIB stelt daarenboven vast dat veel vrije beroepen moeite hebben om gekwalificeerd personeel te vinden. Het vrije beroep is een specifieke sector en binnen de onderwijswereld zijn geen of weinig aangepaste opleidingen voorhanden. De Federatie vraagt de VDAB en Syntra om op korte termijn oplossingen uit te werken. Op lange termijn moet dit de taak worden van de onderwijssector zelf.

FVIB vraagt de overheid ten slotte om de vrije en intellectuele beroepen als belangrijke werkgever te erkennen. Het recent opgerichte paritair comité voor vrije beroepen (PC 336) is alvast een eerste stap. In dat PC336 riep FVIB vanuit werkgeverszijde werknemers van vrije beroepen op tot meer flexibiliteit. De werkgevers willen op hun beurt op constructieve wijze meewerken aan goede loon- en arbeidsvoorwaarden. 

Meer info: Sanderijn Vanleenhove, woordvoerder, 0479 44 50 78, sanderijn.vanleenhove@unizo.be