Printversie

Federatie Vrije Beroepen over apart hoofdstuk Wetboek Economisch Recht voor vrije beroepen: Duidelijkheid voor zowel vrije beroepen als consument

De Federatie Vrije Beroepen (FVIB) reageert tevreden op de beslissing van de ministerraad om de vrije beroepen onder te brengen in een apart boek van het Wetboek Economisch Recht in plaats van onder het boek Marktpraktijken. Bovendien formuleert het wetboek nu ook een positieve definitie van de vrije beroepen, in tegenstelling tot de negatieve definitie tot hiertoe . FVIB pleit al jaren ervoor om de Europese Richtlijn inzake oneerlijke concurrentie voor vrije beroepen niet om te zetten via de Wet Marktpraktijken, maar wel via een eigen specifieke wet voor vrije beroepen. Om deze eis kracht bij te zetten overhandigde de Federatie in mei 7.500 handtekening aan minister Vande Lanotte na de online petitie ‘Mijn cliënt/patiënt is meer dan een klant’. “Met het aparte boek voor vrije beroepen erkent de regering de eigenheid van de vrije beroepen en garandeert hun onafhankelijkheid, deontologie en maatschappelijke meerwaarde. Dat is zowel in het belang van de vrije beroeper als in dat van de consument”, zegt Jan Sap, secretaris-generaal van FVIB. Ook de nieuwe positieve definitie draagt volgens FVIB bij tot de transparantie voor de vele patiënten en cliënten. “Consumenten weten nu eindelijk wie een vrij beroeper is en wie niet. Dat geeft hen de garantie op kwaliteit”, besluit FVIB.

Het nieuwe boek komt er naar aanleiding van de Europese Richtlijn inzake oneerlijke concurrentie die voor vrije beroepen nog niet in Belgisch recht was omgezet.  Om verdere Europese sancties te vermijden wou de federale regering de eigen wet op de vrije beroepen uit 2002 schrappen en de vrije beroepen onderbrengen in het hoofdstuk Marktpraktijken in het nieuwe Wetboek Economisch Recht. Voor FVIB was dit onbespreekbaar. In de eerste plaats zou dit de eigenheid van het vrije beroep onderuit hebben gehaald. De Federatie wees er bovendien altijd op dat de Wet Marktprakijken na de integratie van vrije beroepen vol met uitzonderingsregels zou staan.  Zo zijn solden, koppelverkoop en de sperperiode correcte en goede commerciële systemen, maar ze zijn niet van toepassing op vrije beroepen. Voor elk van deze artikels had dus een uitzonderingsregel voor vrije beroepen moeten komen. Volgens FVIB had dit allesbehalve rechtszekerheid en transparantie gecreëerd. De Federatie pleitte dan ook altijd voor een andere weg om juridisch sluitend tegemoet komen aan zowel de eisen van Europa en de arresten van het Grondwettelijk Hof als aan de vraag naar aparte wetgeving voor vrije beroepen. FVIB had hiertoe meermaals overleg met de kabinetten Turtelboom, Laruelle en Vande Lanotte. Een apart boek binnen het wetboek economisch recht voor vrije beroepen is hiervan nu het succesvolle resultaat.