Printversie

Vrije en Intellectuele beroepen tweede grootste zelfstandigensector

Twee derde meer vrouwen dan 10 jaar geleden

Meer dan één op vijf of 202.675 zelfstandigen beoefent in ons land een vrij beroep. De vrije beroepers vormen zo de tweede grootste groep in het ondernemerslandschap. Enkel de sector van de handel en diensten gaat hen vooraf. Het voorbije decennium steeg hun aantal met net geen 43%, en daar doet geen enkele andere zelfstandigensector beter. De kloof tussen het aantal mannelijke en vrouwelijke beroepsboefenaars dicht zich en de sector groeit als werkgever. Dat zijn maar enkele van de trends die de bij UNIZO aangesloten Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen (FVIB) kon vaststellen uit haar Polsslag van het Vrije Beroep 2008, een jaarlijkse studie op basis van RSVZ- en RSZ-cijfers.

Al sinds 1993 brengt FVIB in haar ‘Polsslag van het Vrije Beroep’ de voorhanden statische gegevens over het vrije beroep samen. De Federatie baseert zich hiervoor op de cijfers die het RSVZ en de RSZ ter beschikking stellen. FVIB doet dit om het sociaaleconomische belang van de vrije en intellectuele beroepen onder de aandacht te brengen. De ‘FVIB Polsslag van het Vrije Beroep 2008’ schetst de evolutie in het aantal vrije beroepsbeoefenaars, het aantal starters, het inkomen en de tewerkstelling in het vrije beroep.

België telt vandaag 202.675 vrije beroepsbeoefenaars, of 22,4% van het totaal aantal zelfstandigen (904.954). De meeste vrije beroepers vinden we terug onder de (para)medische beroepen (40,3%) en in Vlaanderen (55,7%). De afgelopen 10 jaren groeide de sector met 42,8%, een stijging die bijna drie keer zo sterk is als bij alle zelfstandigen samen (+15%). De toename van het aantal beoefenaars van een vrij beroep tekent zich het scherpst af bij de intellectuele en (para)medische beroepen en in Vlaanderen. Het vrije beroep wordt het meest beoefend in hoofdberoep (69,9%).

De vervrouwelijking van het vrije beroep is een feit: vandaag zijn 64,6% meer vrouwen actief in het vrije beroep dan tien jaar geleden. Vooral in de (para)medische sector, maar ook in grote mate in de advocatuur stromen steeds meer vrouwen in. Maar ook traditionele mannenbastions zoals notaris en gerechtsdeurwaarder, lijken langzaam maar zeker te vervrouwelijken. De eindbalans blijft op dit moment echter in het voordeel van de mannen: 57,9% mannen tegenover 42,1% vrouwen. In het algemeen is een derde van de zelfstandige ondernemers in Vlaanderen een vrouw.

In 2007 startten 19.751 beoefenaars in een vrij beroep, of 11,9% meer dan in 2006. Meer dan de helft start in hoofdberoep. Opvallend is dat bij de starters de verhouding man-vrouw fiftyfifty is (50,5% mannen tegenover 49,5% vrouwen).

Na drie jaren van daling, steeg het inkomen van vrije beroepers opnieuw. Gemiddeld verdient een vrij beroeper bruto voor belastingen 32.165,13 euro. Het inkomen ligt hoger bij mannelijke beroepsbeoefenaars. De piek van het inkomen over een loopbaan heen valt bij vrije beroepers later in de loopbaan dan bij andere zelfstandigen.

De vrije beroepen zijn als werkgever sterk gegroeid. Op dit moment stelt het vrije beroep 226.830 werknemers tewerk, 60% meer dan een decennium geleden. De meerderheid van de werknemers zijn in Vlaanderen tewerkgesteld en ook de stijging in tewerkstelling is in het Nederlandstalige landsgedeelte het grootst. De intellectuele sector stelt het meest werknemers tewerk, de economische het minst.

Meer info: sanderijn.vanleenhove@unizo.be