Printversie

Waarom integratie verzekering kleine risico's verplichten ?

 Over de integratie van de verzekering van kleine risico's voor zelfstandigen  bestaat vandaag de dag onduidelijkheid. Ook heerst bij sommigen ongenoegen over de verplichting omdat hun premie hierdoor zou gestegen zijn.  Een verklaring waarom gestreven werd naar een verplichte integratie van de kleine risico's dringt zich dan ook op.   apotheker

Vaststellingen

  • Een sober sociaal statuut schrikt mensen af om nog de stap naar het ondernemerschap (lees vrij beroep) te zetten en de gevestigde zelfstandigen en vrije beroepers appreciëren hun sociaal statuut terecht als een echt minpunt.
  • 85% van de ondernemers (zelfstandigen en vrije beroepers) vond een verzekering van kleine risicos in de gezondheidssector onontbeerlijk en had in 2007 reeds op vrijwillige basis een dergelijke verzekering afgesloten. De populatie van de 15% niet-verzekerden bestond enerzijds uit jonge, alleenstaande ondernemers zonder kinderen die het op basis van een zuivere kosten/baten analyse nog niet nodig vonden om een dergelijke verzekering af te sluiten en anderzijds uit hoogbejaarde gepensioneerde zelfstandigen die het financieel niet meer aan konden om nog een verzekering kleine risico's te betalen. In deze laatste groep bevonden zich natuurlijk de meest schrijnende situaties die jammer genoeg meestal zeer veel medische zorgen nodig hadden wat het betalen van een doktersbezoek, kinesitherapie en geneesmiddelen niet langer tot een klein maar wel degelijk tot een groot risico maakte.
  • België was op Europees niveau het laatste land om inzake gezondheidszorgen - die Europees als een universeel grondrecht worden beschouwd - nog een onderscheid te maken tussen werknemers en zelfstandigen. In alle andere Europese lidstaten werd er op het niveau van gezondheidszorgen geen enkel onderscheid meer gemaakt tussen verschillende sociale statuten.
  • De premies van de verzekeringen kleine risico's waren de voorbije jaren peilsnel de hoogte ingeschoten en dit om het hoofd te bieden aan de zeer zware uitgavenstijgingen waarmee deze verzekeringen geconfronteerd werden. Deze uitgavenstijgingen waren onder meer het gevolg van een politieke beslissing die over de periode 2004-2007 een jaarlijkse groei met 4,5% (zonder indexering) heeft mogelijk gemaakt. In de verplichte ziekteverzekering heeft de overheid haar financiële verantwoordelijkheid opgenomen om deze groei mogelijk te maken wat echter niet het geval was voor de verzekeringen kleine risico's die - hoewel ze dezelfde tred moesten volgen als de verplichte verzekering - niet op overheidssteun konden terugvallen. De integrale uitgavenstijgingen moesten dus door de zelfstandigen zelf gefinancierd worden. Door de integratie van de kleine risico's in de verplichte ziekteverzekering zal ook de overheid verplicht worden haar financiële verantwoordelijkheid op te nemen voor de gezondheidszorgen van de zelfstandige ondernemers.
  • Ten slotte werd in het generatiepact afgesproken dat vanaf 2008 de financiële inbreng vanuit de sociale zekerheid en vanuit het sociaal statuut zelfstandigen in de sector van de gezondheidszorgen zou  worden beperkt tot de economische mogelijkheden van de beide stelsels, met name beperkt tot de jaarlijkse stijgingspercentages van hun respectievelijke sociale bijdragen. Dit principe betekent concreet dat indien de volgende regering opnieuw een groei met 4,5% zou toestaan deze vanuit de sociale zekerheidsstelsel nog slechts gedeeltelijk zou betaald worden op basis van hun ontvangstenstijgingen. Indien de ontvangsten dus slechts met 2% zouden stijgen zouden zij alleen nog voor 2% tussenkomen. De overige 2,5% (4,5% - 2%) zouden dan door de overheid moeten gefinancierd worden. Het blijven isoleren van de verzekeringen kleine risico's zou vanuit deze optiek catastrofaal zijn geweest voor de premie-evoluties die door de zelfstandigen - en door hen alleen - zouden moeten betaald worden. In deze verzekeringen moet de overheid immers geen enkele financiële verantwoordelijkheid opnemen zodat de volledige uitgavenstijgingen volledig ten laste zouden gevallen zijn van de ondernemers.

Oplossingen

Bij de besprekingen om oplossingen te vinden zijn UNIZO en anderen uitgegaan van enkele belangrijke principes :

  • Een verdeling van de last over de hele groep
  • Aandacht voor de 'zwaksten' van de ondernemers (starters, jonge zelfstandigen en vrije beroepers, oudere gepensioneerden )
  • Zoals de ziekenfondsen rekenden, zou voor starters en lagere inkomens minder premie voorzien worden dan voor ondernemers met een langere actieve carrière, die meer middelen hebben
  • Een begrenzing van de premie wanneer een bepaald inkomstenplafond was bereikt

Uiteindelijk werden dan twee doelstellingen ingevuld en verworven :

  • de minimale inkomstendrempel voor het bepalen van de premie werd opgetrokken van ¬ 9.664 naar ¬ 10.700 wat concreet neerkomt op een minimale bijdrage van ongeveer ¬600 op jaarbasis
  • een maximale te betalen premie werd vastgelegd op ¬ 1.160 (ttz 4 x ¬ 290 / jaar)

Al bij al is dit een billijke oplossing voor eenieder en werd mogelijk gemaakt dat solidariteit en integratie op een eerlijke wijze gekoppeld konden worden.

De premie die uiteindelijk betaald wordt (2,35%) houdt bovendien rekening met de lagere medische consumptie bij de zelfstandigen t.o.v. de loontrekkenden die 7,35%  betalen voor grote en kleine risicos.

De vrees of vaststelling dat er draconisch hoge bijkomende premies zouden moeten worden opgehoest , is onterecht. Naast het wegvallen van de verzekeringspremie kleine risicos aan het ziekenfonds kan de meerkost niet hoger gaan dan het verschil tussen de oorspronkelijk betaalde premie en het plafond van ¬ 1160 op jaarbasis. Deze meerkost is dan fiscaal aftrekbaar.

De communicatie rond dit item was niet gemakkelijk. Vooreerst heeft de overheid lang gewacht om duidelijkheid te scheppen, nadien moest vastgesteld worden dat een algemene communicatie zo goed als onmogelijk was gezien de zeer individuele toestand van elke betrokkene en de verschillende tarieven die door ziekenfondsen werden toegepast.

Door de nieuwe maatregel, die van kracht werd op 01.01.08, is er meer transparantie én eenvormigheid gekomen.

Voor specifieke informatie is het consulteren van uw sociaal verzekeringsfonds aangewezen.