Printversie

FVB-Polsslag 2007 : "Het vrije beroep. Populariteit volgt rentabiliteit niet."

Meer dan één op vijf of 192.329 zelfstandigen beoefent in ons land een vrij beroep. Het voorbije decennium steeg hun aantal met bijna 40%, geen enkele andere zelfstandigensector doet beter. Dat blijkt uit de FVB-Polsslag 2007, de jaarlijkse studie van de bij UNIZO aangesloten Federatie voor Vrije Beroepen (FVB) op basis van RSVZ- en RSZ-cijfers. “Ondanks de soms onvolledige gegevens is de tendens overduidelijk,” meent FVB-voorzitter Karel Tobback. ”Het vrije beroep zit in de lift.” Toch is het volgens Tobback niet allemaal rozengeur en maneschijn. “Voor 40% van de vrije beroepspraktijken is de rentabiliteit onvoldoende”. Vooral architecten en deurwaarders hebben het zwaar te verduren. Maar ook voor veel huisartsen staan hun beschikbaarheid en lange werkuren niet in verhouding tot hun inkomsten.” De FVB-voorzitter pleit voor een opwaardering van bepaalde beroepen. “Een kwalitatieve dienstverlening van vrije beroepers komt immers ook andere sectoren ten goede. Maar heeft een prijs.” De organisatie wil hierover overleggen met de bevoegde ministers..

Al sinds 1993 brengt FVB in haar ‘Polsslag’ de voorhanden statische gegevens over het vrije beroep samen. De Federatie baseert zich hiervoor op de cijfers die het RSVZ en de RSZ ter beschikking stellen. FVB doet dit om het sociaaleconomische belang van de vrije en intellectuele beroepen onder de aandacht te brengen. De ‘FVB-Polsslag 2007’ schetst de evolutie in het aantal vrije beroepsbeoefenaars, het aantal starters, het inkomen en de tewerkstelling in het vrije beroep.

België telt vandaag 192.329 vrije beroepsbeoefenaars, of 21,8% van het totaal aantal zelfstandigen (880.622). De meeste vrije beroepers vinden we terug onder de (para)medische beroepen (41,8%) en in Vlaanderen (55,4%). De afgelopen 10 jaren groeide de sector met 39,7%, een stijging die vier keer zo sterk is dan bij alle zelfstandigen samen (+12,3%). De toename van het aantal beoefenaars van een vrij beroep tekent zich het scherpst af bij de intellectuele en (para)medische beroepen en in Vlaanderen. Het vrije beroep wordt het meest beoefend in hoofdberoep (70,7%).

De vervrouwelijking van het vrije beroep is een feit: 58,1% mannen tegenover 41,9% vrouwen. Vandaag zijn 63% meer vrouwen actief in het vrije beroep dan tien jaar geleden. Vooral in de medische sector stromen steeds meer vrouwen in. Maar ook traditionele mannenbastions zoals notaris en gerechtsdeurwaarder, lijken langzaam maar zeker te vervrouwelijken.

In 2006 startten 17.658 beoefenaars in een vrij beroep, of 10,8% meer dan in 2005. Meer dan de helft start in hoofdberoep. De grootste stijging in het aantal starters doet zich voor bij tandartsen (+50,3%). Opvallend is dat bij de starters de verhouding man-vrouw fiftyfifty is (50,9% mannen tegenover 49,1% vrouwen).

Gemiddeld verdient een vrij beroeper bruto voor belastingen 31.713,8 euro.. De piek van het inkomen over een loopbaan heen, die toelaat om als zelfstandige aan pensioenvorming te doen, valt bij vrije beroepers later in de loopbaan dan bij andere zelfstandigen.


De vrije beroepen zijn als werkgever sterk gegroeid. Op dit moment stelt het vrije beroep 209.939 werknemers tewerk, 52% meer dan een decennium geleden. De meerderheid van de werknemers zijn in Vlaanderen tewerkgesteld en ook de stijging in tewerkstelling is in het Nederlandstalige landsgedeelte het grootst. De intellectuele sector stelt het meest werknemers tewerk, de economische sector het minst.

Voor meer informatie, contacteer Sanderijn Vanleenhove (Federatie Vrije Beroepen) op het nummer 02/221.25.04 of 0479/44.50.78.