Printversie

FVIB over resultaten enquête samenwerken in het vrije beroep

"Kwart vrije beroepers werkt in associatie

- Specialisatie, kostenbesparing en lagere werkdruk voornaamste motieven voor samenwerking vrije beroepen
- 7 op 10 vrije beroepen willen meer informatie over samenwerken: www.fvib.be/samenwerken


Bijna één op vier vrije beroepers werkt vandaag samen met collegas in een associatie. Op korte termijn kan dat aandeel verdubbelen. Dat blijkt uit een enquête van FVIB, de Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen, bij 810 beoefenaars van het vrije beroep,  voorgesteld op de Rondetafelconferentie. Vrije beroepers associëren vooral om meer specialistische diensten te kunnen aanbieden, kosten te besparen en de werkdruk te verlagen. Meer dan zeven op tien beroepsbeoefenaars wil meer praktische informatie over samenwerkingsmogelijkheden. Het met de steun van het Europees Sociaal Fonds recent opgerichte FVIB-Kenniscentrum Samenwerken in Associatie komt tegemoet aan deze vraag. Aan de Vlaamse overheid vraagt FVIB associëren in het vrije beroep te ondersteunen, onder meer door een betere aansluiting vanuit het onderwijs naar het vrije beroep.

Volgens FVIB is samenwerking in het vrije beroep steeds meer nodig. Dergelijke samenwerkingsverbanden garanderen, in een complexere maatschappelijke context, de onafhankelijkheid van de dienstverlening én de rentabiliteit van de vrije beroepspraktijk. Bovendien laten samenwerkingsverbanden grotere specialisatie en dus betere dienstverlening toe. Meer dan 80% van de vrije beroepers onderschrijft deze stelling. Dat blijkt uit de enquête bij 810 vrije beroepers, afgenomen in opdracht van FVIB. Bijna drie op vier beroepsbeoefenaars, vooral in de juridische en medische sector, ziet in samenwerking ook een middel om de werkdruk beter te beheersen. Volgens ruim zes op tien zorgt een samenwerkingsverband voor lagere kosten. Vooral de economische vrije beroepen zijn hiervan overtuigd. Zes op tien beroepsbeoefenaars gelooft ook dat samenwerken een toekomst kan bieden voor jongeren in het vrije beroep. Dit leeft het sterkst in de medische sector.

Meer dan één op drie vrije beroepers werkt in een solopraktijk, vooral in de medische en economische vrije beroepen, evenals in de intellectuele diensten. Bijna één op vier is actief in een verticaal samenwerkingsverband (met zelfstandige medewerkers). Ruim een vijfde werkt samen in een integrale associatie. Nog eens 18% onderhoudt enkel losse samenwerkingsverbanden. Kostendelende samenwerking komt weinig voor: minder dan één op twintig beroepsbeoefenaars is onder deze vorm actief. Kostendelende samenwerkingsverbanden en integrale associaties zijn het sterkst verspreid bij de juridische vrije beroepen.

Ongeveer drie op tien wenst in de nabije toekomst een kostendeling aan te gaan en bijna vier op tien kiest voor een integrale associatie. De helft heeft dus plannen om binnen de drie jaar te werken in een kostendelend of een integraal samenwerkingsverband, ruim een verdubbeling.

Meer dan zeven op tien van de beroepsbeoefenaars wenst meer praktische informatie over de mogelijkheden om samenwerking (beter) te structureren. De informatiebehoefte is groter bij de medische en de bouwtechnische beroepen. Om in te spelen op deze behoefte lanceerde de federatie, met de steun van het Europees Sociaal Fonds, het Kenniscentrum Samenwerken in Associatie. Op haar Rondetafelconferentie stelde FVIB dinsdag een praktisch dossier voor om het management van de associatie te versterken met daarbij best practices voor fusies, de doorgroei van medewerkers tot associé en een praktijkstructuur voor duurzaam samenwerken. Alle info hierover is gebundeld op www.fvib.be/samenwerken.

FVIB vraagt de overheid enkele knelpunten voor het aangaan van samenwerkingverbanden aan te pakken. De federatie verwijst onder meer naar het tekort aan managementvakken in de opleiding voor de meeste vrije beroepen. Ook gekwalificeerd personeel vinden is een pijnpunt voor de ontwikkeling van associaties. De federatie heeft ernstige bedenkingen bij het functioneren van het Budget voor Economische Advies (BEA) en vraagt het Participatiefonds jongeren te ondersteunen bij de intrede of inkoop in een associatie. Ten slotte wijst FVIB op het belang van samenwerking op zelfstandige basis in het vrije beroep. De federatie rekent er op dat in het kader van het dossier schijnzelfstandigheid, snel rechtszekerheid komt met respect voor de eigenheid van de vrije beroepen.